Maandag 13 april 2015, Plantage Dok Amsterdam
Eerder op de dag was Bakary al bij de Vluchtgarage, een gekraakte plek waar veel uitgeprocedeerde vluchtelingen woonden. Ze moesten er vandaag uit. Ook tijdens de avond werd het nog druk overlegd en met tenten gesleept. Uiteindelijk hebben de migranten een veldje bij de Amstel bezet.
Naast de presentatie van Bakary was er ook een tentoonstelling over Falea, een bedreigd gebied in Mali vanwege de uraniumwinning in de Falea-regio. De intentie van het Falea-Mali-Comité is de exploitatie te voorkomen zodat de natuurlijke rijkdommen de plaatselijke bevolking en toekomstige generaties ten goede komen: http://www.falea-mali-comite.nl
Afrique-Europe-Interact (AEI)
De avond begon met een korte presentatie over Afrique-Europe Interact door Emmanuel Mbolela, een vluchteling uit Congo die nu in Nederland woont. Hij heeft een boek geschreven over zijn reis (Mein Weg von Congo nach Europa). Sinds hij in Nederland woont is hij actief bij All Included en Afrique-Europe-Interact.
Afrique-Europe-Interact is een transnationaal netwerk dat zelforganisaties uit Mali, Togo, Marokko, Oostenrijk, Tunesië, Duitsland en Nederland samenbrengt. Het vraagt aandacht voor de migratie-problematiek en eerlijke ontwikkeling. Een groot project van Afrique-Europe Interact was een karavaan in 2011 van Bamako naar Senegal met veel activisten uit Europese en Afrikaanse landen onder de leus “pour la libre circulation et le développement équitable”. Tijdens deze karavaan van bussen werd nogmaals duidelijk dat landroof (land grabbing) een belangrijke reden is dat veel mensen uit Sub-Sahara op de vlucht slaan. Dit onderwerp is daarom een speerpunt geworden van Afrique-Europe-Interact. En daarom is Bakary ook uitgenodigd om naar Europa te komen om over landroof in Mali te praten. Drie weken geleden waren activisten vanuit Duitsland in Mali langs geweest om te zien hoe het er daar aan toe gaat. Een verslag van hun bevindingen vind je hier: http://afrique-europe-interact.net/605-1-Appelle-Vorschau.html
Een ander onderwerp waar Afrique-Europe Interact (AEI) zich mee bezighoudt, is de situatie van sub-Sahara vrouwen in Marokko die ook te maken hebben met seksuele intimidatie. In Rabat/Marokko heeft AEI een veilig opvanghuis voor vrouwen opgezet.
Afrique-Europe-Interact is op zoek naar meer actieve leden in Nederland om directe verbanden tussen de sociale beweging in Nederland en diverse Afrikaanse landen te verbeteren (contact via All Included).
Bakary Traoré
Bakary is opgeleid tot leraar. Hij heeft jaren als leraar gewerkt voor 40 euro per maand. Dit was te weinig om van rond te komen en daarom heeft hij besloten weer terug te gaan naar het land van zijn ouders en boer te worden. Zijn land ligt in Office du Niger, een gebied dat is geïrrigeerd sinds 1932 toen Mali nog een Franse kolonie was. Hij is nu de derde generatie op dat land. Sinds die tijd hebben ze geen onafhankelijkheid gekend.
Office du Niger
Office du Niger is een geïrrigeerd gebied van zo’n 100.000 hectare aan de rivier de Niger. Oorspronkelijk was er een plan voor 1 miljoen hectare. Het moest de graanschuur van Mali worden en landbouwgewassen gaan exporteren naar Frankrijk. Ook wilden de Fransen er katoen produceren. Rijst en rietsuiker zijn na 1959 geïntroduceerd. Met deze exportgewassen werd de koloniale tijd voortgezet. Een deel van het land is op dit moment niet in gebruik en het irrigatiesysteem is verwaarloosd. Dit heeft ook gevolgen voor de productie. Er wordt nu bijvoorbeeld rijst vanuit Thailand geïmporteerd.
In het gebied zijn 70.000 boeren met kleine stukjes land. Nog eens 50.000 boeren hebben geen land. Veel kleine boeren raken hun land kwijt, terwijl er nog veel ruimte is in het oorspronkelijk geplande gebied om het landbouw areaal uit te breiden. (Hierbij moet wel worden gelet op de effecten van watergebruik op de rivier Niger.
Office du Niger is ook de naam van het organisatie die het in het gebied voor het zeggen heeft. Het is een semi-autonome staat binnen de staat waarvan het management is aangesteld door de regering. De voorzitter van het Office du Niger is altijd een lid van de regeringspartij en dit geldt ook voor de lagere ambtenaren. Dit zorgt ervoor dat ook alle boeren de partij moeten steunen als ze niet in de problemen willen komen.
Office du Niger is de eigenaar van alle grond. Boeren bezitten dus niet hun eigen grond, maar krijgen steeds slechts een contact voor een jaar. Zelf voor hun huis hebben ze geen eigendomspapieren. Dit zorgt voor onzekerheid voor de boeren. De belangrijkste kanalen worden onderhouden door de staat, door het Office du Niger en door de kleine boeren. Boeren betalen belasting voor het onderhouden van het irrigatiesysteem. Als ze niet op tijd het volledige bedrag betalen verliezen ze hun contract en dus hun land. Vaak komen de grond en de huizen terecht bij corrupte ambtenaren en hun vrienden.
Coordination Paysans au Office du Niger
Toen de karavaan van Afrique-Europe-Interact in langskwam is de boerenvakbond Coordination Paysans au Office du Niger (COPON) opgericht. Sindsdien strijdt deze organisatie voor de rechten van de boeren in dit gebied.
Een van de speerpunten van COPON is de strijd voor het behoud van de dorpen Sanamadougou en Sahou. Deze twee dorpen zijn 300 jaar oud en de (land-)rechten van de bewoners zou via het gewoonterecht moeten zijn gewaarborgd. Zes jaar geleden doneerden deze dorpen nog 40 ton gierst aan gebieden elders in Mali die leden aan voedseltekorten . Nu zijn ze zelf afhankelijk van voedselhulp omdat veel landbouwgrond rond de dorpen is opgekocht door grote landbouwbedrijven en speculanten en boeren van hun land worden verdreven.
Een ander onderwerp waar COPON zich mee bezighoudt is een investering door KfW (Kreditanstalt für Wiederaufbau), een investeringsbank van de Duitse overheid. Het gaat om een investering van 10 miljoen euro. Dit gaat ten kosten van 4 dorpen. Veel boeren uit deze dorpen hebben geen compensatie gekregen voor het verlies van hun land. Veel van het land is naar medewerkers van Office du Niger gegaan.
Het heeft geholpen om samen met activisten in Duitsland goed te kijken naar de richtlijnen van dit financiële instituut. In de Duitse richtlijn stond bijvoorbeeld dat de steun ten goede moest komen aan kleine boeren. De Malinese regering zegt altijd dat ze internationaal geld aanvragen in naam van de kleine boeren. In werkelijkheid ging het geld echter naar projecten voor grote boeren. Dit konden ze aantonen waarna dit enige ophef veroorzaakte in Duitsland.
COPON heeft veel brieven geschreven om aandacht te krijgen voor deze problemen. Dit was ook de reden dat activisten vanuit Duitsland het probleem in Mali gingen onderzoeken. Ze kwamen tot de conclusie dat het nog erger was dan verwacht.
Repressie tegen Bakary
Sinds Bakary hier mee bezig is, is hij niet meer geliefd bij de autoriteiten in Mali. Net voordat hij naar het buitenland zou gaan en Amsterdam zou aandoen voor deze presentatie werd hij gearresteerd en op een zeer vervelende manier vastgehouden. De aanleiding voor de arrestatie was een radio interview waarin hij de boeren vertelde dat ze niets van de Office du Niger en de regering moeten verwachten. Leden van COPON demonstreerden direct voor het politiebureau waar hij werd vastgehouden en er werden faxen gestuurd en getelefoneerd vanuit binnen- en buitenland. Waarschijnlijk dankzij deze druk werd hij net op tijd weer vrijgelaten om toch naar Duitsland en Nederland te komen. Bakary dankt iedereen die hem heeft gesteund.
Volgens Bakary gaat de strijd om de lange termijn. Als een boom: je plant hem, maar je plukt er pas na jaren de vruchten van.
Strijdbare bevolking
90% van de 70.000 mensen in het gebied is onderdeel van COPON en ze zijn klaar voor de strijd voor hun land en hun rechten. Toen Bakary was gearresteerd waren vele boeren van plan om het politiebureau in brand te steken. Zijn broer moest met een toespraak hen over te halen dit niet te doen en te vertrouwen op de druk vanuit het buitenland. Anders zou zijn reis naar Europa waarschijnlijk niet zijn doorgegaan.
De Nederlandse link
In de 80er begin 90er jaren heeft ontwikkelingshulp vanuit Nederland de boeren in Office du Niger veel geholpen. Het ging vooral om de levering van materialen en de hulp bij het opzetten van lokale verenigingen van boeren. Bakary vindt het jammer dat de Nederlandse regering dit niet meer doet. Frankrijk wilde haar invloed in deze voormalige kolonie behouden. De Nederlandse overheid was tevreden met de manier waarop ze Mali steunden, maar wilde geen conflict met Frankrijk. Het waren daarna de Fransen die de boeren vertelden dat de Nederlanders niets van landbouw weten, of alleen van veeteelt. Ook de Malinese regering stelde de hulp vanuit Nederland niet erg op prijs omdat het de boeren te onafhankelijk maakte. De verenigingen waren erg succesvol met het verkrijgen van lokale macht. De Office du Niger deed er daarna alles aan om de verenigingen tegen te werken. Vaak hebben ze nu schulden. Ook deden ze aan verdeel en heers. Nu zie je veel conflicten tussen verenigingen en tussen of zelfs binnen families. Het lukt COPON echter de samenwerking weer terug te brengen.
Landroof op zijn Malinees
Vier jaar nadat de Nederlandse steun stopte is het kantoor van de Office du Niger geherstructureerd. Het was hun taak boeren te helpen, het irrigatiesysteem te onderhouden en het belastinggeld te innen. Maar nu gaat het vooral om het afpakken van het land van de kleine boeren om dit door te verkopen aan rijkere mensen. Het irrigatiesysteem is verwaarloosd en de opbrengsten gaan omlaag.
De regering doet er niets tegen omdat ze weten dat de medewerkers van Office du Niger en de boeren die van hen afhankelijk de regering toch wel steunen. De regering importeert rijst in plaats van het van lokale Malinese boeren te kopen wat wel aangeeft dat ze niet om hun eigen boeren geven. Geprobeerd is dit probleem onder de aandacht te brengen, met brieven aan ministers en de president waarin ook om voedselhulp en medicijnen gevraagd wordt. Bakary hoopte dat de regering hierdoor wel zou inzien dat het Office du Niger niet functioneert. Maar geen enkele brief is beantwoord. Ze worden als honden behandeld.
Een ander voorbeeld dat Bakary gaf van een mechanisme waardoor boeren hun land verliezen: Office du Niger zei de boeren meer aardappels te produceren. Maar het lukte Office du Niger niet om de oogst te verkopen of om deze op te slaan. En ze konden de boeren ook niet laten weten hoe ze de aardappels opnieuw konden planten. Dit zorgde er weer voor dat boeren hun schulden niet konden betalen. Boeren moeten ook vaak een lening vragen om kunstmest te kopen. Alle boeren hebben nu een schuld. Met als gevolg dat ze hun waterbelasting niet kunnen betalen en geen contact voor hun land meer krijgen.
De overheid verkoopt ook land dat ze niet bezitten waarna de koper de oude gebruikers/eigenaren van hun grond kan laten gooien via een rechtszaak. Wat er gebeurt hangt af van wie de beste vrienden en de meeste macht heeft. Je hebt ook verschillende soorten landrechten. De ene is meer waard dan de ander en ook dit werkt corruptie in de hand. Met geld en vrienden kun je zo land verkrijgen.
Landroof met buitenlandse investeerders
Er was de vraag vanuit het publiek hoe het zit met de landroof door buitenlandse investeerders en bedrijven. Dat gebeurt ook. Er is een Chinees bedrijf en er was Malibya, een groot project dat met Libisch geld was opgezet, maar dat na de val van Gaddafi in het slob geraakte. De Duitse regering betaalt aan de Afrikaanse Ontwikkelingsbank voor projecten in het Office du Niger.
De Malinese regering ziet deze buitenlandse grootgrondbezitters niet als een probleem voor hun eigen positie.
Amerikaans hulpprogramma
Een Amerikaanse hulporganisatie heeft geëist dat voor het gebied waarvoor ze hulp gaven eigendomspapieren geregeld zouden worden. Elke boer kreeg 5 hectare. Een deel van het geld uit de VS voor de irrigatie gaat naar het Office du Niger, maar een deel gaat terug naar de boeren om zelf de irrigatie te onderhouden. Het project was gepland voor 20.000 hectares, met ook stukken van 10 en 30 en meer dan 30 hectare kwamen in aanmerking. De grootste stukken konden ook aan niet-Malinesen worden verkocht. Maar na de eerste 5000 hectare is het hulpprogramma stopgezet vanwege de coup in 2012.
Office du Niger werkt dit project nu tegen en heeft de bankrekeningen van die organisaties geblokkeerd. In de regio van Bakary willen boeren dit systeem met de landrechten ook graag, maar Office du Niger voorkomt dat dit gebeurt.
De link met migratie
Op het moment hebben ze in Mali al te lijden onder klimaatverandering. De opbrengst van het land en de inkomsten dreigen te dalen. Het wordt bovendien ook duurder om het land te managen/onderhouden. De regering importeert rijst in plaats van het van lokale boeren te kopen. De overheid is ook betrokken bij de export. Een probleem hierbij is dat de boeren een lage prijs krijgen en de overheid de rest krijgt. Deze voorbeelden geven aan dat de Malinese regering niet om haar eigen boeren geeft.
Als het land te duur of te slecht wordt en boeren geen keus hebben dan te vertrekken, is dit ook een soortement van landroof. De mensen kunnen echter niets anders dan boeren. Migratie vanuit het Office du Niger is een relatief recent verschijnsel. Maar nu zien veel mensen geen toekomst in het gebied. Er zal in dit gebied geen ontwikkeling komen als de boeren niet zichzelf niet kunnen onderhouden.
Verzet in andere delen van Mali
Ook buiten het Office du Niger wordt strijd gevoerd. Vorige week steunde COPON protesten in het katoengebied. Verschillende boerenorganisaties hebben een gezamenlijke verklaring uitgestuurd om de katoenboeren en hun twee bedreigde dorpen te steunen. De katoenboeren hebben gezegd dat ze geen katoen zullen produceren als hun eisen niet worden ingewilligd. Ze moeten zorgen dat ze winnen voor mei als het regenseizoen begint. Als ze nu geen succes hebben zullen ze niet makkelijk opnieuw zo samen kunnen werken. Waarschijnlijk zal de regering een iets hogere katoenprijs beloven, maar het is de vraag of dit geen loze belofte zal zijn.
En nu overwegen ze een nationale boerenvakbond op te richten waarbij de COPON en de katoenboeren gaan samenwerken. Tot voor kort waren er regelmatig problemen tussen de katoenboeren en de boeren die voedselgewassen verbouwen.
Met uitzondering van het noorden waar de oorlog is, is er nu enige samenwerking bij alle boeren in Mali. Bakary coördineert deze gezamenlijke acties en daarom is de regering niet zo blij met hem. In de toekomst zal COPON mogelijk haar naam veranderen in iets dat voor het hele land bruikbaar is. Voor het oprichten van een landelijke boerenvakbond kunnen ze veel steun vanuit het buitenland gebruiken.
Bakary is tamelijk positief over de strijd:
Reactie van de overheid op protesten
Vanuit het publiek werd tijdens de presentatie van Bakary nog gevraagd hoe het zit met de repressie. Verdwijnen er boeren? Wordt er gemarteld? En zorgen zij voor de veiligheid van hun activisten? Tot nu toe schijnt het nog relatief mee te vallen. Volgens Bakary lopen activisten nog geen direct gevaar, hoewel het uiteraard ook niet prettig is om je land te verliezen. Tot nu toe komen ze een heel eind met het schijven van statements en brieven en het organiseren van demonstraties. Als er echter niets gebeurt zullen ze overgaan tot burgerlijke ongehoorzaamheid. Volgens Bakary zullen ze eens worden gehoord door de regering en zullen ze uiteindelijk winnen. Ook steun vanuit het buitenland kan hen hierbij helpen.
Het is nu vooral het Office du Niger dat tegen ze is, maar dit zijn ook slechts ambtenaren met een contact met de regering. De huidige generatie gaat binnenkort met pensioen en wordt opgevolgd door hun kinderen. Dat zou wat kunnen veranderen.
Er was ook de vraag in hoeverre steun vanuit Europa alleen positief werkt of dat het ook averechts kan werken vanwege het koloniale verleden. Volgens Bakary werkt steun vanuit het buitenland altijd goed. Vaak weten de autoriteiten of ambtenaren niet precies waar die aandacht en druk vandaan komt. Afgelopen week had de politie commissaris het gevoel dat zijn telefoon de hele tijd ging en dat de hele wereld tegen hem was.
Die overige 900.000 hectare
Bakary vraagt zich af waarom ze toch proberen de huidige boeren van hun land af te gooien terwijl er nog 900.000 hectare geïrrigeerd zou kunnen worden, oftewel 90% van het totale gebied. Volgens Bakary geeft dit aan dat de regering vooral de kleine boeren weg wil hebben.
Office du Niger zou het hele land kunnen voeden. En zelf nog genoeg zijn om te exporteren.
Het is echter wel de vraag wat het effect van zoveel extra geïrrigeerd gebied zou zijn op de rivier de Niger. Als daar uiteindelijk minder water door stroomt komen boeren en andere bewoners van de benedenstroomse gebieden mogelijk in de problemen.
Wat nu te doen in Nederland?
Het laatste deel van de avond ging over de vraag wat we nu in Nederland zouden kunnen doen. Mali staat nog steeds hoog op de lijst van landen die de Nederlandse regering zegt te willen steunen. Op het moment gaan alle aandacht en geld echter naar de militaire aanwezigheid in het Noorden van Mali. Er werd het plan gemaakt wat te gaan doen met die Nederlandse hulp in de jaren ’80 die in Mali zo positief werd ervaren.
We zouden kunnen kijken of het lukt om die Nederlandse ingenieurs die daar in de 80er en 90er jaren werkten terug te laten gaan om te zien wat er van hun vroegere werk is geworden. Op dit moment zijn ze niet meer gelinkt aan de huidige regering en haar beleid. Ze zouden dus vrijuit kunnen spreken en mogelijk wordt er door de Nederlandse overheid wel naar hun commentaar en advies geluisterd.
Bakary kan mogelijk wel meer info vinden over die mensen die er vroeger werkten.
Het zou goed zijn de boerenorganisaties direct te steunen. Dit maakt ze minder kwetsbaar. Zolang geld naar de Malinese regering gaat zien de boeren er nooit iets van. En de boeren weten niet eens dat het land hulp krijgt vanuit andere landen. Ook het geld vanuit Duitsland was onbekend totdat COPON er ruchtbaarheid aan gaf. Het geld was bedoeld voor het verbeteren van het irrigatiesysteem maar het ging vooral op aan andere dingen. Dit is nu in de openbaarheid gebracht en de regering zal wel op zoek gaan een nieuwe manier om aan geld te komen.